In de Ad DEP van Academica staat het ontwikkelen van de basisvaardigheden bij kinderen centraal.
Een universele basiskennis voor rekenen, taal en zaakvakken is cruciaal voor de toekomst van onze kinderen. In een wereld waarin steeds meer de individuele kwaliteiten van kinderen centraal komen te staan, is dat misschien lastig te begrijpen. Ieder mens is immers uniek. Je moet op zoek naar je eigen unieke kwaliteiten en in je kracht komen te staan. Begrijp me niet verkeerd, natuurlijk is ieder mens uniek, maar in dit blog leg ik uit waarom juist daarom een 'universele basisvaardigheid' cruciaal is. Niet alleen voor academisch succes, maar óók voor goed functioneren in de maatschappij en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen in het basisonderwijs.
Wat zeggen de cijfers?
In de Staat van het Onderwijs (Onderwijsinspectie, 2024) is te lezen dat steeds meer basisschoolleerlingen het vereiste taal- en rekenniveau niet halen. Vooral op het gebied van lezen en spelling wordt een flinke terugval gemeten. In de afgelopen jaren is het percentage leerlingen dat het streefniveau rekenen (2F) haalt, gedaald tot onder de 50 procent. Voor taalvaardigheden, zoals begrijpend lezen en spelling, zijn de cijfers even alarmerend.
De Onderwijsinspectie wijst onder andere op een verschuiving in de prioriteiten binnen het curriculum. Hoewel het belangrijk is dat er aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van creativiteit, burgerschap en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, lijkt dit ten koste te gaan van de tijd en aandacht die wordt besteed aan goed reken- en taalonderwijs. Het gevolg: een groeiende kloof tussen de leeruitkomsten en de verwachtingen die de samenleving en het onderwijsveld stellen.
Maar waarom zijn basisvaardigheden zo belangrijk? Hieronder ligt ik drie van de belangrijkste onderwerpen toe.
Een voorspeller voor toekomstig leren
'De belangrijkste voorspeller van leren is wat iemand al weet', schreef Ausubel in zijn artikel (1968). Voorkennis speelt namelijk een cruciale rol in het leren. Je kunt kennis zien als een soort klittenband: hoe meer kennis je hebt, hoe meer kennis eraan 'vast blijft plakken'. Overigens is kennis meer dan de losse feitenkennis. Kennis vormt een geheel (een netwerk) dat aan de basis ligt van vaardigheden, zoals kritisch denken, rekenen, autorijden, et cetera. Om kennis expliciet te maken, is taal nodig.
Taal
Taal is de sleutel tot vrijwel elke vorm van kennisverwerving. Alles om ons heen is taal: we denken, we communiceren, we redeneren én we rekenen zelfs in taal. Een goed taalniveau is essentieel voor het academische succes van kinderen. Maar belangrijker nog: het is essentieel voor het goed functioneren in de maatschappij.
In de Staat van het Onderwijs valt te lezen dat met name de leesvaardigheid van kinderen dalende is. Dat lijkt op het eerste oog misschien niet zo relevant in een wereld waarin video's massaal op YouTube te vinden zijn. Maar niets is minder waar. Begrijpend lezen – of beter gezegd, tekstbegrip – stelt kinderen in staat om efficiënt informatie tot zich te nemen, te verwerken en toe te passen. Het biedt toegang tot kennis over de wereld, over de ander. Dit is niet alleen belangrijk voor de taalontwikkeling van kinderen, maar ook voor andere vakken, zoals de zaakvakken en burgerschap. En ook de ontwikkeling van kritisch denken, zelfontwikkeling, doelen stellen vraagt om (taal)kennis.
Een goede taalbeheersing en leesvaardigheid zijn daarom een essentieel onderdeel van toekomstig leren. Veel lezen zorgt immers voor kennisverwerving én – zoals hierboven al genoemd – zorgt kennis op zijn beurt weer voor méér kennis.
Rekenen
Op dezelfde manier is een basisniveau ten aanzien van rekenen doorslaggevend om deel te kunnen nemen aan de maatschappij. Rekenen zit overal om ons heen. Een kleine greep: boodschappen doen, budgetteren, belastingaangifte doen en toeslagen aanvragen. Ook in veel opleidingen speelt rekenen-wiskunde een belangrijke rol. Van marketing tot stratenmakers en van werktuigbouwkunde tot onderwijswetenschappen: overal zijn cijfers (wiskunde).
Nu is het geval dat juist bij rekenen geldt: hoe meer je weet hoe beter nieuwe kennis daaraan 'vast kan plakken'. Rekenen is namelijk cumulatief van aard: je hebt kennis en vaardigheden nodig om de vervolgstap te kunnen maken en complexere rekenopgaves op te lossen. Denk bijvoorbeeld aan het uitrekenen van oppervlakte of inhoud. Je moet het principe van vermenigvuldigen kunnen dromen, om het principe van oppervlaktes en inhoud te begrijpen én uit te rekenen. De kennis en vaardigheden bouwen dus sterk op elkaar voort.
Sociale en economische impact
Daarnaast heeft het ontbreken van solide taal- en rekenvaardigheden verstrekkende gevolgen voor de toekomst van leerlingen. Onderzoek toont aan dat zwakke basisvaardigheden vaak leiden tot lagere schoolprestaties op de middelbare school en verminderde kansen op de arbeidsmarkt. In een samenleving die steeds meer afhankelijk is van kenniswerkers, kan een tekort aan deze vaardigheden resulteren in structurele ongelijkheden, waarbij kwetsbare groepen het hardst worden getroffen.
Zelfvertrouwen en motivatie
Kinderen die worstelen met taal of rekenen, lopen vaak het risico om gedemotiveerd te raken. Deze vakken vormen immers de kern van het curriculum, en het niet kunnen bijbenen kan leiden tot gevoelens van falen en onzekerheid.
De eerste reactie is misschien om er dan minder nadruk op te leggen en op zoek te gaan naar de unieke talenten van deze leerlingen. Maar het tegenovergestelde blijkt waar. Door hoge verwachtingen te hebben van álle leerlingen en in te zetten op goede reken- en taallessen, kunnen scholen een cultuur van succes creëren, waar leerlingen groeien in hun zelfvertrouwen en motivatie om te leren. We weten namelijk dat je – om tot leren te komen – een zekere motivatie nodig hebt, maar dat motivatie op zich niet leidt tot leren (Kirschner & Hendrick, 2020). Daarbij zorgen succeservaringen ervoor dat kinderen niet gedemotiveerd raken, maar juist meer willen leren. Juist als ze merken dat ze het eerst moeilijk vonden en dan tóch kunnen.
Overdrijven we het niet?
Natuurlijk hoeft niet iedereen naar het vwo of later te gaan studeren. Integendeel, we hebben vakmensen nodig: praktisch opgeleide professionals die ons bijvoorbeeld door de energietransitie kunnen helpen. Tegelijkertijd heeft iedere burger een basisniveau nodig – of beter gezegd – we gúnnen iedere burger de basisvaardigheden om mee te kunnen draaien en bij te kunnen dragen aan de maatschappij.
Als leraren moeten wij ons voorbereiden om kinderen goed te leren lezen en rekenen. Dat is onze verantwoordelijkheid en die mogen we niet op onze kinderen afschuiven.
Conclusie
Het belang van basisvaardigheden in het basisonderwijs kan niet genoeg worden benadrukt. Taal en rekenen vormen de fundamenten van leren en zijn essentieel voor het toekomstige succes van leerlingen, zowel op school als in het latere leven. De dalende cijfers in reken- en taalvaardigheden zijn een wake-up call voor het onderwijsveld. Het is tijd om deze kernvaardigheden weer centraal te stellen in het onderwijs, zodat iedere leerling de kans krijgt om succesvol en zelfverzekerd zijn of haar schoolcarrière te doorlopen.
Het waarborgen van een solide basis in taal en rekenen is niet alleen een investering in het individu, maar ook in de maatschappij als geheel. Laten we samen werken aan een toekomst waarin iedere leerling deze basisvaardigheden beheerst en daardoor sterker in de samenleving staat.
In onze opleiding Ad DEP besteden we veel aandacht voor basisvaardigheden. We leiden onderwijsassistenten op om hun leerlingen optimaal te ondersteunen in het versterken van de reken- en taalvaardigheden. Studenten leren in de opleiding over sterke vakdidactiek van taal, rekenen, zaakvakken en burgerschap. Bovendien koppelen ze dit aan pedagogisch-didactische principes vanuit alles wat we weten uit de wetenschap. Benieuwd wat de Ad DEP voor jou of jouw school kan betekenen? Meld je aan voor de informatiesessie of schrijf je in voor de opleiding.
Meer lezen over dit onderwerp