Taal vormt de basis om de wereld om je heen te begrijpen. Daarom is lezen de belangrijkste vaardigheid die leerlingen op school leren (Muijs & Reynolds, 2018)
Leren lezen is een complexe vaardigheid waarbij er verschillen zijn in de snelheid van de ontwikkeling. Het is geen aangeboren vaardigheid en daarom zal er door alle leerlingen hard moeten worden geoefend met het technische aspect van leren lezen. Dit is een vaardigheid die met behulp van goede voorbeelden en veel oefenen door alle leerlingen geautomatiseerd moet worden (Bosman, 2019).
Als het technische aspect van leren lezen wordt beheerst, betekent dit niet dat de tekst door leerlingen wordt begrepen. Denk daarbij denk aan studieboeken van een technische universiteit, waarbij de meeste mensen prima in staat zijn om de teksten te decoderen, maar na het lezen blijkt dat veel mensen niets van de inhoud hebben begrepen. Dit klinkt logisch, maar toch wordt dit dagelijks in klassen van leerlingen verwacht. Er wordt een tekst over een willekeurig onderwerp aangeboden en leerlingen moeten daarbij vragen beantwoorden. Daarmee wordt dan het leesbegrip bepaald. Maar dat valt te betwijfelen of dit zinvol is, op dat moment is de factor van voorkennis en kennis over het onderwerp van grote invloed op het aantal vragen dat de leerling goed heeft beantwoord. Als er kennis is over een onderwerp, zal een leerling ook een tekst over dat onderwerp beter begrijpen en een beter leesbegrip tonen (Hirsch, 2016).
Leesbegrip aanleren begint daarom al in de onderbouw. De voorkennis van teksten moet leerlingen bewust worden aangeleerd en dat betekent dat in de klassen rijke thema’s moeten worden aangeboden zodat de leerlingen een rijke kennisbasis en grote woordenschat krijgen. Blijf in de onderbouw dus niet hangen in projecten over de herfst en het strand, maar ga het hebben over het zonnestelsel en de klassieke oudheid. Jonge kinderen gaan hierin mee en hun kennis en woordenschat groeien enorm. Een iets ander voorbeeld zijn de woorden quarantaine en vaccinatie, bijna elke kleuter kent deze woorden. Ik denk dat 3 jaar geleden maar weinig mensen gedacht hadden dat jonge kinderen deze woorden zouden begrijpen en kunnen toepassen.
Leerlingen zijn daarbij ook gebaat om complexe teksten te lezen. Vaak wordt gedacht om leerlingen die moeite hebben met lezen te helpen door ze eenvoudige teksten aan te bieden. Om daaraan tegemoet te komen is een systeem ontwikkeld om de leesvaardigheid van kinderen te meten. Daarbij werden leerlingen veilig in groepjes op hun eigen niveau ingedeeld om goed op eigen niveau te kunnen oefenen. Er zijn zelfs boekjes ontwikkeld waarbij de leerlingen in hun eigen niveau kunnen oefenen.
Dat lijkt heel erg goed, maar dat heeft enorme nadelen. Leerlingen lezen op deze wijze gekunstelde zinnen en die zijn lastig te begrijpen (Wexler, 2016). Dat betekent dat leerlingen die meer moeite hebben met het technische aspect van lezen door deze werkwijze ook meer moeite gaan krijgen met leesbegrip. Helaas is dit wat we nog regelmatig zien op scholen. Het is bedoeld om leerlingen te helpen maar het kan averechts werken. Wat wel helpt is om met de hele klas complexe teksten te gaan uitpluizen en structureel te analyseren.
Een andere vaardigheid die positief werkt bij leesbegrip, is het zelf schrijven van teksten. Als leerlingen bewust gedachten op gaan schrijven, dan moeten ze ook bewust over een aantal complexe zaken nadenken; woordkeuze, spelling, syntaxis, domeinkennis, en wie de lezer is (Hochman & Wexler, 2017). Als al deze vaardigheden in een keer worden gevraagd aan de leerlingen zorgt dit voor een cognitieve overbelasting. Wie kent niet de leerling die heel goed over het weekend kan vertellen, maar als daarna gevraagd wordt om dit op papier te zetten, deze leerling niet verder komt dan 3 zinnen? Dit zijn dan soms ook meerkunners, waarover je je dan als leerkracht enorm verbaast. Toch is dat niet vreemd als je bedenkt hoe complex de vaardigheid van een tekst schrijven is.
Dit vraagt om een structurele opbouw van schrijven en het begint op zinsniveau (Hochman & Wexler, 2017). In het primair onderwijs wordt dit meestal niet structureel opgebouwd. Er is geen duidelijk curriculum schrijven en in de praktijk geven leerkrachten weinig feedback op de schrijfproducten. Het is vaak een ondergeschoven kindje en alleen als er schrijfopdrachten in de taalmethode staan, worden deze uitgevoerd (van Koeven & Smits, 2021). Dit is jammer, want juist structureel leren hoe een tekst moet worden geschreven helpt bij het begrijpen van een tekst. Het begrijpen van teksten is daarnaast dan weer van belang om een volwaardig deelnemer aan de maatschappij te worden.