De tweede van de zes blogs in de serie Hoe leren werkt, geschreven door prof. Carl Hendrik, start met een verwijzing naar 1968. Het jaar waarin enkele van de meest invloedrijke muziekalbums werden opgenomen. Naast deze muzikale hoogtepunten, markeerde het jaar ook een belangrijk moment in de cognitieve psychologie. De blog benadrukt het belang van aandacht en actieve betrokkenheid bij het leren, waarbij het coderen van informatie in verschillende vormen (visueel, akoestisch, semantisch) een sleutelrol speelt. Het bespreekt ook hoe leraren gebruik kunnen maken van cognitieve belastingstheorie om effectief les te geven, inclusief het belang van betekenisvol leren en het verbinden van nieuwe informatie met bestaande kennis.
In 1968 werd een aantal van de meest invloedrijke albums ooit opgenomen. In dat belangrijke jaar verschenen "The White Album" van The Beatles, "Electric Ladyland" van Jimi Hendrix, "Astral Weeks" van Van Morrison en "Beggars Banquet" van The Rolling Stones, om er maar een paar te noemen. In dat jaar kwam er ook een enorm invloedrijk idee uit de cognitieve psychologie naar voren dat onze manier van denken over aandacht, informatieverwerking en uiteindelijk hoe we leren begrijpen, radicaal zou veranderen.
Vóór de cognitieve revolutie in het midden van de 20e eeuw was er weinig kennis over aandacht en over hoe we informatie verwerken.
Vóór de cognitieve revolutie in het midden van de 20e eeuw was er weinig kennis over aandacht en over hoe we informatie verwerken. In 1958 probeerde Donald Broadbent het menselijke systeem van aandacht verwerking te verklaren met behulp van een informatieverwerkingsmodel. Zijn centrale idee was dat mensen een beperkte capaciteit hebben om aandacht te besteden aan binnenkomende informatie en dat er vanwege deze beperkte capaciteit een selectief filter nodig is.
Figuur 1.1 Broadbent’s Filter Model (Kyle.Farr, CC BY-SA 3.0, via Wikimedia Commons; https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Broadbent_Filter_Model.jpg
Voortbouwend op dit idee introduceerden Atkinson en Shiffrin in de jaren 60 het idee dat informatie drie opeenvolgende stadia moet doorlopen om veilig in het geheugen te kunnen worden opgeslagen. Het proces begint met zintuiglijke informatie die even wordt vastgehouden in het sensorisch geheugen, onderhevig aan herkenning of verwaarlozing. Aandacht is op dit punt cruciaal; alleen de informatie die onze aandacht trekt gaat door naar het kortetermijngeheugen. Dit tussenstadium herbergt tijdelijk informatie, die slechts kort wordt vastgehouden tenzij er actief mee wordt gewerkt. Door bewust te repeteren wordt deze informatie vervolgens overgebracht naar het langetermijngeheugen, een brede opslagplaats van kennis, vaardigheden en ervaringen, die gedurende langere perioden en in veel gevallen permanent beschikbaar is.
Figuur 1.2 Kurzon at English Wikipedia, Public domain, via Wikimedia Commons https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Multistore_model.png
Eén van de belangrijkste elementen van leren (en ook éen van de minst begrepen elementen), is het concept van coderen.
Eén van de belangrijkste elementen van leren (en ook éen van de minst begrepen elementen), is het concept van coderen. Zonder coderen zou er geen effectief leerproces plaatsvinden. Coderen is het proces waarbij informatie wordt omgezet in een vorm die kan worden opgeslagen in het geheugen. Dit kan kan in drie primaire vormen: visueel (als beelden), akoestisch (als geluiden) en semantisch (op basis van betekenis).
De term 'capaciteit' heeft betrekking op de hoeveelheid informatie die het geheugen kan opslaan, terwijl 'duur' de tijd aanduidt dat de informatie in het geheugensysteem kan worden bewaard. Dit is om verschillende redenen belangrijk voor leerkrachten. Ten eerste is het duidelijk dat we niet alleen willen dat leerlingen iets begrijpen, maar ook dat ze in de toekomst iets begrijpen. Hoe vaak gebeurt het niet dat een leraar vraagt: "Oké, is dit voor iedereen helder? Waarna schaapachtig geknikt wordt en de leraar verder gaat met als resultaat dat de stof de volgende dag vergeten is?
Terugkomend op het model, een goed geplande les in de vorm van een activiteit of uitleg kan het sensorisch geheugen activeren, maar dit is slechts het eerste deel van het verhaal. De transformatie van kennis van het vluchtige karakter van het werkgeheugen naar de duurzaamheid van het langetermijngeheugen vereist actieve betrokkenheid. Om dit effectief te doen, kunnen leerkrachten gebruikmaken van sleutelconcepten uit de cognitieve belastingstheorie zoals het opdelen van informatie in hapklare brokken, het spreiden van herhaling, of zelfs meer eenvoudige dingen zoals het gebruik van geheugensteuntjes. Het cruciale is dat leerlingen niet alleen moeten opletten, maar ook verbanden moeten leggen met bestaande kennis.
Een laatste belangrijk punt hier is dat het fundamentele element van begrip en het vasthouden van leren op lange termijn is, hoe betekenisvol iets is. Voor een groot deel wordt dit bepaald door wat de leerling al weet. Om kennis effectief op te slaan in het langetermijngeheugen, moet het op een betekenisvolle manier resoneren bij leerlingen en aansluiten bij hun bestaande kenniskader of schema.
Om kennis effectief op te slaan in het langetermijngeheugen, moet het op een betekenisvolle manier resoneren bij leerlingen en aansluiten bij hun bestaande kenniskader of schema.
Leraren kunnen het maken van deze verbindingen vergemakkelijken door nieuwe informatie in te bedden in het netwerk van het eerder opgedane kennis van leerlingen. Dit kan via verhalen, metaforische vergelijkingen of praktische toepassingen in het echte leven. Dit wordt deskundig beschreven door Lee Schulman als 'Pedagogical Content Knowledge', met andere woorden, de manieren waarop leerkrachten de kennis tot leven laten komen door middel van verklaringen, beschrijvingen en analogieën gebaseerd op hun diepgaande begrip van hun onderwerp. Het is niet genoeg om alleen maar te weten wat je onderwijst; je moet het op verschillende manieren weten.
Zoals Rosenshine liet zien in zijn principes van instructie, zorgen methodische herhaling en het toepassen van gespreide herhaling ervoor dat het leren wordt versterkt en dat de informatie stevig wordt verankerd in het langetermijngeheugen. Of je het nu bewust gebruikt of niet, het model van Atkinson en Shiffrin dat leerervaringen orkestreert die elke geheugenfase aanpakken, van aandacht trekken met zintuiglijke stimuli tot het bevorderen van efficiënt coderen en ophalen, voorziet in een fundamenteel onderdeel van het creëren van een proces waarbij informatie niet alleen wordt gepresenteerd, maar wordt omgezet in blijvend begrip gebaseerd op betekenisvolle kennis.
Literatuur:
Atkinson, R. C., & Shiffrin, R. M. (1968). Human memory: A proposed system and its control processes. In K. W. Spence (Ed.), The psychology of learning and motivation: Advances in research and theory (Vol. 2, pp. 89-195). New York: Academic Press.
Rosenshine, B. (2012). Principles of Instruction: Research-Based Strategies That All Teachers Should Know. American Educator, 36(1), 12-19, 39.
Shulman, L. S. (1986). Those who understand: Knowledge growth in teaching. Educational Researcher, 15(2), 4-14.
Benieuwd naar onderwerpen waar Carl scholen bij ondersteunt? Hier vind je meer informatie over hoe hij scholen begeleidt. Ook geeft hij les binnen het Programma Excellent Teaching.
Lees hier de eerste blog uit de serie Hoe leren werkt over hoe het geheugen werkt.